Otterndorf – Dyvig

We kunnen niet nog een dag blijven, maar het waait nog steeds hard uit het noordwesten. We vertrekken toch maar omdat de wind achterlijk is en eenmaal op de Elbe valt het ook wel weer mee. Voor de sluis van Brunsbüttel moeten we bijna een uur wachten voor we de sluis in mogen naar het Noordoostzeekanaal.  In het kanaal kijken we onze ogen uit want van beide kanten passeren ons enorme zeeschepen. We mogen alleen de zeilen gehesen hebben als de motor bijstaat. We genieten van het mooie weer en de zon schijnt de hele dag. In Holtenau overnachten we in het haventje naast de kleine sluis.

Er zijn al 10 dagen van de vakantie voorbij en we zijn nog niet eens in Denemarken. We moeten dus opschieten. Maar toch is het al weer 11 uur geweest als we vertrekken. De buitenboordmotor moet ons behoorlijk meehelpen want de wind is zwak, niet meer dan 2 a 3 Bf en komt bovendien uit het Noordoosten. Over de 34 mijl naar Horuphavn doen we dan ook 9 uur en  we zijn er pas om kwart over acht  ’s avonds.

In onze kleine bootjes blijft maar weinig ruimte over om veel proviand mee te nemen. Daarom moeten we bijna dagelijks boodschappen gaan doen, zo ook vandaag. Nadat we dit hebben gedaan vertrekken we naar Sonderborg waar we door de brug willen naar de Als Sund. In tegenstelling tot wat we in Nederland gewend zijn, moeten we hier langer wachten. Pas na 20 minuten gaat de brug open en kunnen we passeren. Ook vandaag is er niet zoveel wind, maar de spi wil toch staan en we kunnen een deel van de tocht zeilen. Als de wind echter helemaal wegvalt moet de motor bij en draaien we stuurboord uit de Mjels Vig in   en gaan daar ankeren. De opblaasbootjes komen te voorschijn en met elkaar gaan we lekker rond de bootjes zwemmen