Moeilijke terugreis

Tocht:  Åland – Nederland
Begin: 27 juni 1998
Einde: 10 juli 1998
Afstand: 890 mijl van 1801 mijlen

 Zaterdag 27 juni beginnen we aan de terugtocht naar Nederland.  Er is zo goed als geen wind en pas zondag na middernacht begint het weer wat te waaien uit NO richtingen. Met een mooie wind kunnen we doorzeilen tot we zondag tegen 14:00 uur vastmaken in Visby op Gotland.

 

 

Maandag 29 juni steken we over naar Klintemåla aan de  Zweedse kust.  Onderweg hebben we veel last van een zware onweersbui die  opnieuw nogal invloed heeft op de boordinstrumenten.  We zien de meest vreemde aanwijzingen. Ook de Decca staat constant op rood. Voor de zekerheid schakelen we de apparatuur uit en maken de bekabeling naar de accu even los. We willen de rest van de tocht toch graag wat zien op de instrumenten.

Dinsdag 30 juni zeilen we aan de wind (4 Bf)  naar Borgholm op Öland en woensdag 1 juli motoren we naar Utklippan, een eilandje ten zuiden van  Öland in de Hanöbukten. Donderdag kan de halfwinder omhoog en op die manier bereiken we Rønne op Bornholm, een Deens eiland.

De kruisslagen tussen Bornholm en Fehmern
De kruisslagen tussen Bornholm en Fehmern

De havenmeester slaagt erin om ons een dagje langer te laten blijven. Tijdens een palaver op de steiger met meerdere potentiële vertrekkers waarbij het weerbericht en de havenmeester een belangrijke rol speelden besloten we dat de kans op goed zeilweer op vrijdag gering zou zijn.
Zaterdag 4 juli
 vertrekken we met W/NW wind die (in de haven) varieert tussen 20 en 23 knopen richting Fehmarn. Langer wachten brengt de kans dat we op tijd terug zijn te erg in gevaar.  Het eerste lange rak gaat in een rechte lijn naar Arkona op Rügen, maar daarna moeten we kruisen want met  een rechte koers naar Burgstaken zeilen lukt niet. Het wordt een zware tocht met windsnelheden die niet alleen  regelmatig boven de 30 knopen uit komen, maar waar ook de windrichting het laatste deel niet erg stabiel is. Zondagavond om ca 18:30 maken we vast in Burgstaken op Fehmarn en in restaurant “Zum Goldenen Anker” aan de haven  gaan we lekker eten. Om de 129 zm te overbruggen, hebben we 169 zm gevaren met een gemiddelde snelheid van 4,5 mijl per uur.

GrafiekBornholm-Fehmarn

Maandag 6 juli is er opnieuw een harde wind en moet er opnieuw worden gekruisd in voornamelijk  7 en soms 8 Bf. Het laatste stuk door de Kieler Fjord is bezeild. In Holtenau moeten we zeilend aanleggen omdat de motor niet meer wil starten. De halve nacht ben ik bezig om de brandstof opvoerpomp weer aan de praat te krijgen, wat uiteindelijk ook lukt. Het bezorgt me veel frustraties maar ook onzekerheid, omdat er niets onreglementairs te vinden is. Op een motor die uitvalt in het Kieler kanaal zitten we bepaaldelijk niet te wachten.

Dinsdag 7 juli is een motordag om door het Kieler kanaal van Holtenau naar Brunsbüttel te komen. De motor loopt als een zonnetje en ik blijf me maar afvragen wat er toch aan de hand is geweest de vorige dag.
De volgende morgen krijgen we de Duitse douane aan boord om te controleren op belastingvrije waren. Ik laat de rekening van Herman Tiesen van de aangekochte alcohol en tabakswaren zien. Hoewel de hoeveelheden beperkt zijn vinden de ambtenaren toch dat ik meer bij me  heb dan dat ik tijdens de reis naar Nederland kan consumer. Na mijn betoog dat we varen in een doorvoer zone, dat ik mijn derde vervangingwimpel heb gehesen en dat het niet verboden is om deze hoeveelheid aan boord te hebben krijg ik te horen dat zij op voorhand de schepen er al uithalen die te veel bij zich hebben. Nadat ik hun erop gewezen dat een overtreding eerst moet zijn begaan alvorens je gestraft kunt worden druipen ze af. Wel heb ik moeten toezeggen dat ik mij zal melden bij de Nederlandse douane als ik bij aankomst nog te veel aan boord heb.

Woensdag 8 juli vertrekken we om 11:00 uur uit Brunsbuttel en hoewel het opnieuw tegen de 6 Bf waait besluiten we niet in Cuxhaven te stoppen maar door te zeilen. Het wordt een erg lange tocht, al kruisend naar Nederland. Gelukkig kunnen we vanaf Schiermonnikoog hoog aan de wind de uiterton van Vlieland bereiken. De stroom in het Stortemelk staat ook nog eens tegen, maar de tocht heeft al zo lang geduurd, dus we zijn al  gewend dat het lang duurt.  Vrijdag 10 juli gaan we ’s morgens om 8:30 uur door de sluis bij Kornwerderzand en een uur later liggen we vast in Makkum. In de Leeuwarder Courant lezen we de volgende dag dat de douane vanaf 9:00 uur een intensieve controle heeft gehouden op belastingvrije drank en rookwaar  in de sluis van Kornwerderzand. (Tijdens het varen drinken we geen druppel en het rookwaar was niet voor onszelf bestemd dus …)

Hoewel we tijdens het langdurig kruisen hadden besloten om de boot maar te verkopen, zijn we dat na een paar uur in Makkum al weer vergeten.

Gedurende deze reis van 28 dagen  hebben we 1801 mijl gevaren, een gemiddelde van 64 zm per dag.

 

Dit artikel is gepubliceerd in categorie 1998 - Aland.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.