Thyboron – Helgoland

Tocht: Thyboron – Helgoland (54° 10′,61 N  7° 53′,55 O)

Vertrek: za 11 aug 2012 08:00
Aankomst: zo 12 aug 2012 11:30
Afstand: 158 mijl van totaal 3036

 

De route

Het aantal mijltjes naar Helgoland is rond de 160. Hoewel we HvideSande en Esbjerg als mogelijke uitwijkhavens hebben, denken we niet dat we daar zullen belanden. De duitse weerberichten op de Wibe ontvanger houden het op een Noord-oostelijke wind van rond de 12 knopen en dat is eigenlijk te weinig om lekker te kunnen zeilen. Met meer mensen aan boord zouden we de spi van 180 m2 hebben kunnen zetten, maar met z’n twee-en doen we dat niet.
Aan het begin van de reis hebben we de zeilen wel omhoog maar het voorzeil wordt nogal vaak in- en uitgerold als de wind af en toe wat indut,  weer wat ruimer inkomt of weer bijna achterlijk is. Nadat we Horns Rev gepasseerd zijn via het Ringkobing dyb,  blijft de windsterkte boven de twaalf knopen ware wind en kunnen we met het beetje schijnbare wind min of meer zeilen. Ik moet constateren dat we op de heenreis schijnbaar minder goed zicht hadden, want van de enorme aantallen windmolens die westelijk van het Ringkobing dyb in zee staan heb ik toen niets gezien.  Nu zien we tot op behoorlijke afstand  grote aantallen rode lichten op de molens.

De Maan

De Maan

Onder een wolkenloze sterrenhemel met een prachtige maan zien we vele ‘vallende sterren’. We kunnen een heleboel wensen doen en die nog behoorlijk toelichten ook, want lichtende strepen zijn geen korte momenten, maar erg lange strepen langs de hemel. We hebben elkaar niet verteld wat we hebben gewenst, want volgens Hilda komen de wensen niet uit als  iemand anders er deelgenoot van is.

De wens die ik bij deze 'vallende ster' gedaan heb is uitgekomen!

De wens die ik bij deze ‘vallende ster’ gedaan heb is uitgekomen!

We kunnen zo lang door zeilen tot we Helgoland naar ons gevoel ‘bijna’ kunnen aanraken, maar we moeten wel steeds hoger aan de wind en de snelheid loopt dan toch terug. Als we Helgoland echt kunnen aanraken zijn er toch wel een aantal uurtjes voorbijgegaan, want een afstand van 12 mijl met stroom tegen en hoog aan de wind kost tijd.
Om half twaalf zondagmorgenmaken we vast aan een Duitse boot die aan de kopse kant van de haven aan een van de drie drijvende steigers ligt. Het nadeel hiervan is de hoge smalle ijzeren trap, eigenlijk een ladder die stijf tegen de muur staat, om op de kade te komen. Deze hoge ijzeren trap naar de kade (a la sluis Holtenau voor de kenners) was trouwens niet Hilda’s favoriet. Het voordeel hier is het maximum van drie boten die tegen elkaar mogen liggen. Aan de andere lange steigers zien we de bekende rijen van 6 of meer boten tegen elkaar, met daarbij de nodige landvasten, de elektriciteitssnoeren naar de kant en om de haverklap mensen over het dek. Als je dan ook nog ‘het geluk hebt’ dat er boten tussenuit willen om te vertrekken, kun je je lol wel op.

 

Hilda duikt onmiddellijk de kooi in en ik ga op zoek naar de ‘Swantje’, de boot van Rainer Waesch, een erg aardige Duitse ‘Lofotianer’ waarmee we tijdens de reis continue kontakt hebben gehad, zonder elkaar overigens te kennen of eerder tijdens de reis ontmoet te hebben. Steeds hebben we elkaar geinformeerd waar we waren en hoe de reis verliep. Rainer was met een goede vriend naar de Lofoten gezeild en moest alleen weer terug. Hij was ons eerst ver voor op de terugweg, maar langzamerhand kwamen we steeds dichterbij. Hoewel ik min of meer verwachtte dat we hem gepasseerd waren bleek de ‘Swantje’ toch op Helgoland te liggen. We hebben Rainer de hand geschud, heel veel wetenswaardigheden uitgewisseld en elkaars boten bekeken. Rainer heeft een grootse prestatie geleverd door in één traject van Farsund in Noorwegen naar Helgoland te varen (44 uur aan een stuk doorgegaan). Dit was niet de planning, maar voor Rainer alleen was het, vanwege het weer, geen optie om een van de Deense havens binnen te lopen.

Dit artikel is gepubliceerd in categorie ↓ Van 60° naar NL.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.