Volgens de weerberichten gaan we een lange periode van weinig wind tegemoet. We bereiden ons maar voor op het sonore motor gebrom. Tijdens de komende tocht over de Hustadvika zal er ook met zwakke wind wel een behoorlijke deining staan. Met een de achterlijke wind kunnen we dan rekenen op een rollende boot. Nog even hebben we erover gedacht om vanuit Kristiansund ten zuiden van Averøya langs te gaan en dan de Hustadvika op te varen na de brug in de Atlantische weg, die de eilanden van Averøy tot Vevang en Eide verbindt met de plaatsen Kristiansund en Molde op het vasteland. Edoch, het motoren duurt dan wel zo’n 10 zm langer en de grootste deining komt pas op het stuk daarna, dus we zien ervan af.
We hebben ons anker nog niet gebruikt deze reis en daarom willen we dat maar eens gaan doen in de Tornesbukta en de route staat daar naartoe staat gepland. We hebben de zeilen al bij vertrek gehesen en ze trekken wel een beetje mee in de puur achterlijke wind, maar als het rollen begint nemen we het voorzeil weg en zetten de giek vast met een bulletalie op de genualier. Eigenlijk zeilen we alleen maar een paar mijl echt lekker als we bij Bud ‘naar binnen’ varen.
Onderweg had ik alle tijd om nog even goed de kaart te bestuderen en op zo’n anderhalve mijl van Bud heb ik, naar mijn mening, een veel geschikter plekje gevonden: Harøysundet. We zeilen er naartoe en laten het anker vallen op een prachtige plek, van alle kanten beschut.
’s Avonds springen de makrelen weer driftig uit het water en probeer ik nog even vanaf de boot te vissen. Het duurt niet zo lang of ik heb er eentje aan dek. Het is best wel een flinke maar hij gaat toch maar weer terug, want ik heb even geen zin om te gaan fileren.
De volgende morgen is er een uit een uit duizenden: