Maandag, 28 juli 1980 Korshavn – Nyborg
Het waait voor geen meter, het is schitterend weer en we gaan eerst maar eens genieten van de baai waar Korshavn aan ligt. Patricia is op zoek naar schelpen en we helpen haar driftig mee. Uiteindelijk neemt ze alleen de allermooiste exemplaren mee naar de boot. Omdat de helft van de vakantie al voorbij is vinden we het toch verstandig om nog maar een stukje verder te varen. We weten dan nog niet wat de eindbestemming zal zijn: Kerteminde of Nyborg. We varen opnieuw vrijwel uitsluitend op de motor, maar als aan het einde van de middag een zwak zeewindje opsteekt kunnen de zeilen toch nog omhoog. Het zeilen eindigt met dobberen voor de kust en de motoren worden weer gestart. We varen door tot Nyborg en maken daar vast om half elf in de avond.
Dinsdag, 29 juli 1980 Nyborg – Rudkøbing
Het varen staat in het teken van de thuisreis en daarom zullen we dagelijks mijlen moeten maken. Omdat het voor de kinderen ook leuk moet blijven mogen de afstanden ook weer niet te groot zijn. Iets na tienen varen we weg met een matige noordoostenwind. We voeren genua 1 en grootzeil, maar al na een half uur zwakt de wind af en zetten we de spi. Ook dit zeil staat maar twee uur en daarna pruttelt de motor weer. Gelukkig komt de wind later weer terug maar wel uit een zuidoostelijke richting. De wind trekt later zelfs door tot 5Bf en we maken dan ook een goede voortgang. Na de brugpassage bij Rudkøbing duiken we om half vier de jachthaven in.
Woensdag, 30 juli 1980 Rudkøbing – Bagenkop
Van Rudkøbing naar Bagenkop is maar 15 mijl en dat stukje varen we deze dag met een mooie achterlijke wind uit het Noordoosten. We gaan pas om twee uur in de middag weg en van Rudkøbing varen we ten Oosten van Stryno langs, daarna door de lange ‘rinne’ langs Marstal en door de smalle Marstal Sondre Lob naar het diepere water van de Marstal Bugt. Hierna moeten we kruisen om in Bagenkop te komen want de wind is gedraaid naar oost/zuidoost.