Vertrek: Wo 27 juli 2011 08:40
Aankomst: Wo 27 juli 2011 14:00
Afstand: 26 mijl
Volgens de gripfiles kunnen we vandaag rekening houden met achterlijke winden van rond de 10 knopen. In de haven lijkt het nog niet zo te zijn, maar we zijn midden in de stad. Op het water, met de hele noordelijke Oostzee aan bakboord is er niet veel meer wind te vinden dan zo’n 5 knopen. De motor blijft de hele dag pruttelen, hoewel de zeilen ook bijstaan.
Als we Klockaren voorbij zijn en we wat meer zuidelijk varen, hebben we de wind recht van achteren en staan grootzeil en genua resp. over stuur en bakboord. Heel lang duurt het niet want de genua wil niet blijven staan en al snel draaien we hem in en koersen verder op Borgholm af, waar we iets na tweeën vastmaken aan de Noorderpier. Er moet havengeld worden betaald bij een automaat, maar het ding vindt mijn pinpas en ook mijn creditkaart ‘ogiltig’ en betalen moet even achterwege blijven. Eigenlijk is het een vreemd apparaat, want er is geen display of toetsenbord om een pincode in te toetsen. Het is een behoorlijk eind lopen naar het kantoor van de havenmeester, maar van hem hoor ik dat het deel van de haven waar wij liggen niet onder zijn verantwoordelijkheid valt. We besluiten maar af te wachten en van een Zweed die uit de douche komt krijg ik de toegangscode, zodat we kunnen douchen. Er komt echter die avond niemand controleren of er betaald is.
Lokatie: Borgholm. 28 juli 2011.
Om 8 uur hebben we alles klaar om te vertrekken. Het waait zo’n 15 knopen uit het NNW en we zullen dus tussen halve en ruime wind zeilen. Als ik een van de twee voorlijnen al los heb, begint de wind plotseling hard aan te trekken en wijst de meter al 24 knopen aan. We besluiten maar even af te wachten tot de bui voorbij is. Het is echter geen bui en het blijft een paar uur een dikke zes waaien. Ik maak de rubberboot schoon, pak hem in en berg hem op in de voorpiek.
Wat later komt een Zweedse boot binnen en wil aanleggen tussen ons en onze buurman, waar nog twee plekken vrij zijn. Het aanleggen gaat allesbehalve goed want de boot heeft te weinig snelheid en waait tegen de achterlijn van onze buurman aan. De dame aan boord houdt letterlijk ‘de boot af’ en springt daarvoor aan boord van de boot van onze buurman, terwijl de rubberboot van de buurman nogal in de knel komt tussen beide boten. Inmiddels is de achterboei van de buurman onder de boot doorgegaan en zo is er min of meer een ‘stabiele’ situatie ontstaan: We zien een schipper die niet zo goed meer weet wat te doen en zijn partner die tezamen met de buurman zorgt dat beide boten geen schade oplopen.
Ik neem snel een lang touw mee en klim aan boord van de buurman en maak vast aan de binnenkomende boot. Inmiddels is er zoveel hulp aanwezig dat het met de achterlier van onze boot en de vele handen op de steiger prima lukt om de ongelukkige schipper normaal tussen ons en de buurman aan de steiger vast te maken.
Om een uur of twee is de wind weer tot normale proporties afgenomen, maar het blijft erg regenachtig en we blijven maar liggen. Ook een andere Nederlander, die we nog even aan boord vragen, vertrekt niet meer.
[/tab]
[tab name=”Kaart”]